Dramadocent Suus wil de leerlingen leren wie zij zijn in de maatschappij

Cultuureducatie speelt een belangrijke rol binnen het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) op scholengemeenschap De Twijn in Zwolle. Niet alleen vanwege de ontwikkeling van creativiteit en een kritische blik van leerlingen, maar óók omdat het bijdraagt aan hun persoonlijke ontwikkeling. Sinds dit jaar werkt de school met speciale dramalessen waarbij de leerling, diens houding, gedrag en persoonlijke leerdoelen centraal staan. Dramadocent Suus Schrijver (28) ontwikkelde de lesmethode.

Onderwijscentrum De Twijn heeft leerlingen met allerlei soorten beperkingen, van fysiek tot mentaal of allebei. Van licht tot zeer ernstig. “Wij willen deze leerlingen stuk voor stuk klaarstomen om zich staande te kunnen houden in de maatschappij”, vertelt Suus. “We helpen ze ontwikkelen tot zelfstandige, zelfbewuste mensen. Daarvoor is meer nodig dan het geven van vakken als taal en rekenen. We hebben ons lessysteem daarom aangepast naar de visie van pedagoog Gert Biesta, die onderwijs onderverdeelt in drie pijlers: kwalificatie, socialisatie en subjectificatie, ofwel persoonsvorming. Naast het reguliere onderwijs, dat in Biesta’s visie valt onder het domein ‘kwalificatie’, geven wij sinds kort ook lessen in de domeinen socialisatie en persoonsvorming.”

Aandacht voor persoonsvorming

Bij socialisatie draait het om het leren van omgangsvormen, tradities, normen en waarden. En bij persoonsvorming om de houding en het gedrag van leerlingen en hen leren wie ze zijn in deze maatschappij. “We hebben besloten om dramalessen te gebruiken voor de lessen in socialisatie en persoonsvorming”, legt Suus uit. “Ik ben gevraagd hiervoor een lesprogramma te schrijven voor de eerste drie leerjaren van het Voortgezet Speciaal Onderwijs. In de toekomst gaan mogelijk ook andere vakgebieden zich richten op persoonsvorming, zoals muziek en beeldende vorming.”

Werken met leerdoelen

Het lesprogramma met betrekking tot socialisatie en persoonsvorming is onderverdeeld in drie verschillende niveaus. Per niveau is er een grote hoeveelheid aan kerndoelen waaruit gekozen kan worden. Samen met de dramadocent en de groepsdocent kiest elke groep de eigen leerdoelen voor het komende jaar. Dit zijn doelen als ‘verbeteren van communicatie’, ‘vergroten van vertrouwen’, ‘winnen & verliezen’ of ‘grenzen aangeven’. Collega dramadocent Gwen van Beersum (32) geeft de dramalessen. Zij heeft ook een actieve rol in de ontwikkeling van de lesmethode. De vaste groepsdocenten zijn ook altijd bij de lessen aanwezig en doen mee met de oefeningen. “Zij staan heel dicht bij de leerlingen en kunnen een koppeling naar de lessen maken als er op een ander moment in hun lessen iets gebeurt”, legt Suus uit. “Zo creëren zij de verbinding van de dramales naar het dagelijks leven.”

Oefeningen met een doel

Voordat de echte opdrachten beginnen, staan de dramalessen in het teken van kennismaken met elkaar. “Het is belangrijk dat iedereen zich binnen de groep op zijn gemak voelt”, legt Suus uit. “Daarom bouwen we de lessen heel geleidelijk op. Na de kennismaking beginnen de oefeningen die in het teken staan van persoonsvorming en het leerdoel dat de groep heeft bepaald. “Die oefeningen variëren van het doen van spellen tot het nabootsen van alledaagse situaties”, legt Suus uit. “Bij een van de oefeningen doen we bijvoorbeeld een stoelendans waarbij iedere deelnemer een kaartje met een opdracht of extra spelregel krijgt. Hierdoor is vooraf bepaald wie wint en wie niet. Na twee weken spelen krijgen de leerlingen de keuze: zet ik mijn kaartje in of niet? Vrijwel allemaal kiezen ze er dan voor om dit niet te doen. Door het doen van dit soort oefeningen geef je leerlingen inzicht in hoe ze zelf in elkaar zitten en wat ze belangrijk vinden. Ze krijgen inzicht in hoe ze op bepaalde situaties reageren, hoe het ook anders zou kunnen en wat dit op zou kunnen leveren.”

"“Het is belangrijk dat iedereen zich binnen de groep op zijn gemak voelt” - Suus Schrijver

Inzicht in eigen gedrag

De opdrachten worden in principe met de hele groep uitgevoerd, maar waar nodig worden ze meer individueel ingevuld. “Soms werkt het voor een leerling beter om in kleinere stapjes aan de slag te gaan met een doel, en dan doen we dat”, aldus Suus. “Bijvoorbeeld als een leerling heel erg bang is om te falen of voor afwijzing. Stapsgewijs proberen we die leerling dan te betrekken bij het groepsproces, maar altijd in zijn of haar eigen tempo. Vaak zie je dan stukje bij beetje het vertrouwen toenemen. Dat is heel mooi.”

Eerste resultaten

De klassen hebben er nu een paar maanden met deze nieuwe werkwijze op zitten, en de eerste resultaten zijn zichtbaar. “Een van onze klassen heeft een lessenserie over het herkennen en benoemen van emoties gehad. Op een dag zat een leerling met een wat terneergeslagen houding in de les. Een andere leerling vroeg hem: ‘Is er iets met je aan de hand?’. De leerling zei van niet. ‘Maar waarom zit je dan zo?’, vroeg zijn medeleerling daarop. Toen werd de leerling zich ineens bewust van zijn houding, en sprak vervolgens tóch uit wat er met hem aan de hand was. Het is fijn om te zien hoe ze dat wat ze geleerd hebben in de praktijk brengen. Dit is precies waarom we met deze lessen zijn begonnen!”